The Big Island, Hawaii: zeven redenen waarom je dit eiland niet mag missen

Als het over Hawaii gaat, dan krijgen de eilanden Oahu, Maui en Kauai altijd de meeste aandacht. Logisch, want het is daar prachtig. Maar The Big Island Hawaii is zeker net zo mooi. Op dit enorme eiland vind je van alles wat: geweldig stranden, eindeloze lavavlaktes, half ingestorte vulkaankraters, regenwoud, watervallen en hippiedorpjes. Twijfel je nog? Dit zijn zeven redenen waarom je echt naar The Big Island moet.

1. Op The Big Island Hawaii stikt het van de (actieve) vulkanen

Op The Big Island staat één van de meest actieve vulkanen ter wereld: Kilauea. De vulkaan is regelmatig actief en als dat het geval is, dan kun je zien hoe gloeiende lavastromen in zee storten. Daardoor groeit het eiland nog steeds. Hoe cool is dat? De filmpjes die ik ervan heb gezien zijn fantastisch en ik vind het nog altijd jammer dat Kilauea zich rustig hield toen wij op Hawaii waren. Gelukkig was er op vulkaangebied nog steeds genoeg te zien: Volcanoes National Park bijvoorbeeld, met zwarte lavavelden zover als je kunt kijken, met lavagrotten en geweldige hikes. Neem zeker de tijd om de trail Kilauea Iki te lopen, langs een half ingestorte vulkaankrater. Het eiland heeft ook de Mauna Kea, de hoogste berg ter wereld als je meet vanaf de zeebodem. Op deze vulkaan kun je fantastisch sterrenkijken.

2. The Big Island bezienswaardigheden: je struikelt er over de zeeschildpadden

Eigenlijk kun je op The Big Island geen zwart strand oplopen, of er liggen een paar enorme zeeschildpadden te relaxen. En hoe vaak je dat ook gezien hebt: het blijft een prachtig gezicht. Je ziet ze soms ook moeizaam uit zee komen, terwijl ze met al hun inspanningen het zand voor zich uitduwen, op zoek naar het beste plekje. Wij spotten de meeste zeeschildpadden op Punalu’u Black Sand Beach, maar we zagen er ook veel bij Honaunau Bay en bij het meer afgelegen Kiholo Bay.

3. Het eiland heeft stranden in alle kleuren van de regenboog

Wat voor kleur strand je ook mooi vindt, The Big Island heeft het allemaal. Van paradijselijke witte stranden tot ruige zwarte stranden, maar ook Green Sand Beach en een fantastisch strand met zwarte en witte kiezels (Kamuela Beach).

4. The Big Island voelt echt Hawaiiaans

The Big Island voelt van alle grotere Hawaiiaanse eilanden het meest traditioneel. Het is er allemaal niet zo gepolijst als op Maui, het is net een beetje ruiger. Ik vond het leuk dat we hier ook meer Hawaiiaanse cultuur tegenkwamen dan op de andere eilanden. We bezochten bijvoorbeeld Puʻuhonua o Hōnaunau National Historical Park, een heilige site die als opvangplek diende voor Hawaiianen die een oude wet hadden overtreden. Het is een prachtige plek tussen de palmbomen, met torenhoge houten Hawaiiaanse beelden. Erg de moeite waard! Ook gaaf: het Puakō Petroglyph Preserve, met eeuwenoude petroglyfen die veel vertellen over de geschiedenis van Hawaii.

5. Je kunt er snorkelen en duiken met manta’s

Dit is één van de highlights van The Big Island en dit liep bij ons helaas mis. Je kunt aan de kust bij Kona snorkelen of duiken met enorme mantaroggen, die zich ‘s avonds komen voeden met plankton. Er zijn verschillende ‘feeding stations’ langs de kust en met een beetje geluk zie je hier wel tien manta’s om je heen dansen in het licht van de lampen. Ga je duiken, dan daal je simpelweg af naar beneden, waar je je vasthoudt aan ijzeren rekjes, terwijl boven je de manta’s zwemmen. Snorkelen doe je in een groep, terwijl iedereen zich vasthoudt aan een ijzeren stellage die vanaf de boot wordt uitgerold. Wij hebben uiteindelijk maar twee verdwaalde manta’s weg zien schieten en gedanst werd er ook niet. Jammer voor ons, maar neem zeker het risico. De meeste avonden zijn de manta’s er wel en dat is een belevenis die je niet mag missen.

6. Het binnenland en de kust zijn even mooi

Op The Big Island kom je elke dag weer nieuwe verrassingen tegen. De Kohala-kust is bijvoorbeeld fantastisch, met de ruige Polulu Valley als hoogtepunt. Maar het binnenland is ook prachtig, met groen regenwoud en talloze vulkanen. De ‘Akaka Falls, midden in de jungle, zijn zeker een bezoek waard. De setting tussen al dat groen en de kleurrijke bloemen is geweldig.

7. Op The Big Island is elke dag een DIY-avontuur

Het leukste van The Big Island vond ik dat je elke dag een nieuwe roadtrip kunt bedenken, langs de meest gave plekken. Zo was onze dagtrip in Puna helemaal geweldig. Puna ligt in het zuiden van The Big Island, met het hippiedorpje Pahao als middelpunt. Dit dorpje is een verzamelplaats van hartelijke hippies (bijgenaamd de Punatics), die ergens in de jaren zestig zijn bleven steken en je verwelkomen alsof je een lang verloren gewaande vriend bent. Ga koffie drinken bij Sirius Coffee, bewonder de street art en ga dan de rest van Puna verkennen. Ga snorkelen bij Ahalanui Beach Park, bezoek het prachtige Lava Tree State Monument en rijd langs de prachtige palmenkust.

De leukste tours op The Big Island Hawaii

Ga je naar The Big Island, dan zijn er verschillende tours die echt een aanrader zijn:

• Snorkelen met manta’s is een fantastische ervaring, die je zeker niet mag missen.
• Vliegen over Volcanoes National Park en de watervallen van The Big Island is geweldig. Vanuit de lucht kijk je zo de actieve vulkanen in.
• Walvissen spotten op The Big Island hoort zeker op je bucketlist thuis.

Meer lezen over Hawaii?

• Meer weten over onze Hawaii-reis? In deze post vertel ik alles over onze route, accommodaties en tips.
• Welke eilanden van Hawaii zijn het mooiste?
• Verrassing: dit is de onbekende kant van Hawaii

*Deze blog bevat affiliatelinks. Hier lees je er meer over.