Weekverslag #3 lange reis: stranden en stammen Vanuatu

De afgelopen week brachten we voor een groot deel door op het relaxte eiland Espiritu Santo in Vanuatu. Bovendien bezochten we het eiland Malekula, waar we vier nachten zouden blijven. Omdat hier wel erg weinig te doen bleek, zijn we vandaag al teruggegaan naar Santo. Dit is het verslag van de derde week van onze lange reis.

Zondag: de mooiste stranden van Vanuatu

Vandaag huren we een auto en rijden we naar het noorden van Santo. Het is tijd om een paar van de mooiste stranden van Vanuatu te bekijken. Het eerste strand waar we stoppen is meteen het mooiste: Champagne Beach, een perfecte baai met spierwit strand en turquoise water. Zoals wel vaker op Vanuatu zijn we de enige toeristen en hebben we het prachtige strand helemaal voor onszelf alleen. Na Champagne Beach staat het mooie Lonnoc Beach op het programma. Als we daar wegrijden, horen we een raar geluid van de wielen komen. Er zit een dikke schroef in de band, dus we gaan eerst terug naar ons hotel, waar ze de band verwisselen. De middag brengen we door in Port Olry, een klein Franstalig plaatsje met een schitterende baai en een ultiem relaxte sfeer. Een prima dagje!

Maandag: wandelen naar Jackie’s Blue Hole

In oktober gaan we de Mount Everest Base Camp Trek lopen en het is daarom belangrijk dat we veel wandelen. We besluiten daarom naar Jackie’s Blue Hole te lopen, in totaal veertien kilometer. De Blue Holes van Vanuatu zijn allemaal prachtig, maar het water bij Jackie is echt kraakhelder. De groene omgeving wordt perfect weerspiegeld in het water en het water zelf is lekker fris. Al hoef je geen duik te nemen om de vissen te zien: die zie je zo zwemmen als je het water in kijkt.

Dinsdag: snorkelen bij Million Dollar Point

Vanuatu staat bol van de aparte bezienswaardigheden en Million Dollar Point is er daar één van. Hier dumpten de Amerikanen na de Tweede Wereldoorlog hun oorlogsmateriaal in zee (de locals wilden er niets van hebben) en nu is het één van de beste snorkelplekken van Santo. Onder water zie je al die materialen liggen, overgroeid met koraal en bewoond door talloze vissen. Erg apart! Na het snorkelen wandelen we door de aangename plaats Luganville, met een kleurrijke markt en een leuk koffietentje. De rest van dag besteden we bij een ander Blue Hole en we doen de Secret Garden Tour bij een local, die ons een leuke rondleiding geeft over zijn land.

Woensdag: snorkelen en SUP’pen

Onze laatste dag op Santo is aangebroken en vandaag genieten we vooral van het lekkere weer. We gaan snorkelen bij het rif voor de deur van ons hotelletje in Turtle Bay en Ward verkent de baai op de SUP-bord.

Donderdag: naar outer island Malekula

Vanuatu heeft twee hoofdeilanden: Efate en Santo. Hier komen de meeste toeristen en ook eiland Tanna (dat van de actieve vulkaan) ontvangt relatief veel reizigers. Op de andere eilanden komen maar heel weinig mensen en het lijkt ons leuk om ook van die minder bezochte eilanden iets te zien. We vliegen daarom in twintig minuten naar Malekula. Hier logeren we in een bungalowtje bij een hartelijke gastvrouw, Asunda.

Wat doen op Malekula?

We komen vooral naar Malekula om twee stammen te bezoeken: de Big Namba’s en de Small Namba’s. Na overleg met Asunda blijkt dat de Big Namba’s geen toeristen meer ontvangen en dat alleen de Small Namba’s nog te bezoeken zijn. Als we vragen wat we verder nog op Malekula kunnen doen, blijkt dat niet veel te zijn. We kunnen snorkelen en naar een waterval, maar beide tourtjes zijn bizar duur vanwege de hoge transportkosten. Slechts een klein deel van de wegen is verhard op Vanuatu en transport is op alle eilanden heel prijzig. We boeken een trip naar de Small Namba’s voor een astronomisch bedrag en besluiten later wel verder te kijken.

Vrijdag: naar de Small Namba’s en een kannibalensite

Per truck gaan we naar het dorp van de Small Namba’s en dit bezoek is een succes. Een gids vertelt ons van alles over haar cultuur, we krijgen traditionele dansen te zien en de mannen laten zien hoe ze vuur maken. Een paar vrouwen koken een populair lokaal gerecht van banaan en kokosnoot voor ons en we zien hoe de mooiste manden en matten worden geweven van palmbladeren. Na het dorp bezoeken we een kannibalensite. Kannibalisme was op Malekula vrij gebruikelijk: stammen wilden zo aan vreemdelingen bewijzen hoe sterk en machtig ze waren. Erg interessant!

Eerder terug naar Santo

Rond de middag zijn we terug bij onze bungalow en wandelen we de ‘hoofdstad’ van Malekula, Lakatoro in. Het is leuk om hier een half uurtje rond te kijken, maar er is maar weinig. Er zijn wat winkeltjes, een markt, een school en een sportveld en dan heb je het wel gehad. Omdat we niet weten wat we nog twee volle dagen op Malekula moeten doen, boeken we onze vlucht naar Santo om. Daar is in elk geval meer te beleven dan op Malekula. Malekula is een mooi eiland, maar er is weinig te doen. En wat je kunt doen is veel te duur. Twee nachten is wel genoeg, zeker aangezien we ook nog eens opgevreten worden door de meest agressieve muggen die we ooit zijn tegengekomen.

 Zaterdag: terug naar Santo

Al vroeg gaan we naar het ‘vliegveld’ van Malekula, waar we kennismaken met onze vijf medepassagiers en de enige medewerker. Het is grappig om te zien hoe alles werkt: alles gaat natuurlijk met de hand en extreem traag. We labelen zelf onze tassen, gooien ze zelf op de bagagekar en we krijgen geen boardingpassen. Illustratief voor Vanuatu: als we in het vliegtuigje zitten en de deur dicht gaat, ontstaat er paniek bij onze medepassagiers. Eén van de passagiers komt nog aangerend, die had even gemist dat het vliegtuig er inmiddels was. Als iedereen aan boord is vliegen we terug naar Santo, waar we na een kwartiertje al landen. Hier hebben we nog twee nachten en dan gaan we naar Aore Island, wat nog bij Santo hoort. In de loop van volgende week vliegen we naar het afgelegen Rah Island en dan hebben we zeker geen internet. Het volgende weekverslag volgt dan ook een dag of twee later. Tot dan!

Lees ook het weekverslag van vorige week