Wereldreisweek #21 in foto’s

Tja, wat kan ik van week 21 van onze wereldreis zeggen? Veel hebben we niet gedaan, maar wat was het heerlijk. Op een tandartsbezoekje na dan! De eerste dagen brachten we door tussen de surfers in het relaxte Canggu op Bali, daarna verhuisden we naar het mooie eiland Nusa Lembongan. En ook daar was het bepaald niet vervelend.

Maandag: surfen in Canggu

Het lijkt me geweldig om goed te kunnen surfen en nonchalant met mijn surfboard onder mijn arm over het strand te paraderen. Helaas heb ik nul evenwichtsgevoel, vind ik hoge golven eng en houd ik niet van zeewater in mijn neus. Geen surflessen dus voor mij! In surfersparadijs Canggu vergaap ik me vanaf mijn ligstoel aan de mensen die wel kunnen surfen en bewonder ik de surfpogingen van Ward, die wel aanleg heeft voor dit soort sporten. Een zeer ontspannen dag, behalve dan dat ik in de loop van de dag steeds meer kiespijn krijg. Aan het eind van de middag is het zo erg, dat ik een tandarts Google en een afspraak maak voor de volgende dag.

Dinsdag: naar de tandarts in Kuta

Als ik opsta is de kiespijn weg. Zul je altijd zien, maar ik laat de tandartsafspraak toch staan. Dit soort dingen speelt altijd weer een keer op en ik ga liever naar een expat-tandarts op Bali dan naar een lokale tandarts ergens in de Stille Zuidzee. De tandartskliniek in Kuta blijkt heel modern en iedereen spreekt Engels. Er wordt een foto gemaakt en wat blijkt: de vulling van mijn tand is afgebroken en zit nu klem tussen twee kiezen. Dat wordt een nieuwe vulling. Slechts veertig euro armer en heel opgelucht dat het opgelost is, verlaten we de kliniek weer. ’s Avonds eten we bij Deus Ex Machina de beste tonijnsteak ooit. Het water loopt me weer in de mond als ik eraan denk…

Woensdag: witte stranden op Nusa Lembongan

Het is met pijn in het hart dat we Canggu verlaten, want wat is dat een fijne plek. Gelukkig is onze volgende bestemming ook niet verkeerd: we nemen de boot naar het eiland Nusa Lembongan. Slechts een half uurtje varen van Bali, met turquoise water en mooie stranden. We checken in bij Castaway, een erg mooi hotel met acht bungalows en wandelen naar het witte strand van Mushroom Bay. ’s Avonds eten we bij de Sandy Bay Beach Club, een geweldig restaurant met het mooiste uitzicht ooit. Het restaurant ligt aan een kleine baai en de golven slaan met geweld kapot op de hoge rotsen eromheen. Prachtig!

Donderdag: brommer rijden

Vandaag huren we een brommer om Nusa Lembongan en het kleinere Nusa Ceningan te ontdekken. We bewonderen de blowholes bij Devil’s Tear, zien brede stranden en steken de hangbrug over naar Nusa Ceningan. Het zijn allebei prachtige eilanden en we maken volop stops. Ook om te eten en te drinken, want de eilanden zitten vol leuke restaurants en beachbars.

Vrijdag, zaterdag en zondag: het strand

Om eerlijk te zijn doen we deze dagen niets. We lopen naar het strand, gaan daar liggen in een relaxte zitzak van een beachbar, bestellen af en toe een drankje, gaan lunchen en gaan weer liggen. Wat een leven! De enige activiteit die we ondernemen is SUP’pen, Stand Up Paddling. Voor wie het niet kent: dat is staand op een surfplank peddelen. Het ziet er heel gemakkelijk uit, maar met mijn gebrek aan evenwichtsgevoel is het een hele toer. Zittend op mijn knieën gaat het peddelen prima, maar staan lukt maximaal tien seconden. Toch is het erg leuk om te doen en ik ga het zeker vaker proberen. Maar dan op verlaten stranden zonder publiek ;)

Morgen gaan we terug naar Bali, waar we nog vier nachten in Uluwatu gepland hebben. En daarna vliegen we via Singapore naar Sulawesi, om te duiken. Dan komt er weer wat meer actie in de tent!