Weekverslag #11: kamperen bij walvissen en kangoeroes

Van het binnenland van West-Australië reden we afgelopen week terug naar de kust. We zagen de mooiste witte stranden, kampeerden op een afgelegen plek bij walvissen en kangoeroes en snorkelden met haaien en schildpadden. Bovendien probeerden we te wennen aan het kamperen op Australische campings. Dit is ons weekverslag!

Zondag: rijden van Tom Price naar Exmouth

Over deze dag heb ik niet zoveel te melden. We rijden in een uur of zes van mijnstadje Tom Price naar Exmouth aan de kust van West-Australië. Hier staan we op een grote drukke camping (maar wel met eigen toiletvoorzieningen, wat een luxe) en gaan we lekker eten bij microbrewery Froth.

Maandag: een 4WD-route in Cape Range National Park

Exmouth ligt bij het Cape Range National Park en dat is erg de moeite van het bezoeken waard. De ochtend beginnen we rustig, met de was doen, onze verdere reisroute bepalen en wat campings vooruit boeken. Na een lekkere lunch met sushi (was erg lang geleden) gaan we richting Cape Range. De weg naar Shothole Canyon kun je het beste met een 4WD rijden en het is dan ook een hobbelige, maar prachtige weg door een rotsachtig en kleurrijk berglandschap. Als we weer terug zijn op de normale weg, besluiten we door te rijden naar de vuurtoren bij Cape Range en daar het uitzicht te bewonderen. We stoppen ook bij een mooi strandje en een oud scheepswrak wat net voor de kust ligt. Daar zien we ook meteen weer springende walvissen, net als aan de oostkust steeds.

Dinsdag: Turquoise Bay en wandelen in Cape Range NP

Vandaag is de hele dag voor Cape Range National Park. Dit is zo’n mooi, afwisselend gebied! We maken een mooie wandeling naar Yardie Creek, we snorkelen bij het paradijselijke Turquoise Bay en zoeken verschillende rustige witte strandjes op. We zien kangoeroes en emu’s en we hebben spijt dat we toch niet een nachtje zijn gaan kamperen in het park. Zo’n mooie plek aan het strand hadden we best zien zitten.

Woensdag: de stranden van Coral Bay

Onze bestemming van vandaag is Coral Bay en dat is nog geen twee uurtjes rijden. We hebben genoeg tijd om eerst naar Charles Knife Canyon in Cape Range NP te rijden. Daarna gaan we door naar Coral Bay. Dit is een mini-dorp: het heeft maar tweehonderd inwoners, een paar campings, een bakker en een supermarkt. En verschillende tourbureautjes, maar dan heb je het wel gehad. Naar Coral Bay ga je voor de witte stranden, het turquoise water en het snorkelen. Dat is allemaal geweldig. Minder te spreken zijn we over de campings. In Coral Bay, maar ook bij andere plaatsen in West-Australië. De faciliteiten zijn goed, maar de plekken zijn erg krap, zonder afscheidingen. Je zit steeds op de lip van al je buren, elke plek is overvol en Australiërs zijn bijzonder luidruchtige kampeerders. Harde muziek, harde tv’s…het is een herrie. We moeten echt campings bij  plaatsen gaan afwisselen met natuurcampings, want al die drukte vinden we geen succes.

Donderdag: snorkelen met haaien en schildpadden

We hadden een snorkeltrip geboekt waarbij we op zoek zouden gaan naar manta’s, maar het waait te hard buiten het rif. In plaats daarvan gaan we mee op een ‘gewoon’ snorkeltripje en dat blijkt een goed alternatief. De groep bestaat uit slechts zes mensen en de snorkelplekken zijn super. We zien een enorme schildpad, die rustig op de zeebodem blijft zitten, verschillende grote haaien en talloze andere vissoorten. Het koraal is relatief gezond en we genieten enorm van de mooie onderwaterlandschappen. Een prachtig tripje. De middag brengen we door op een mooi strandje net iets buiten Coral Bay, waar verder niemand is. Erg relaxed.

Vrijdag: op zoek naar een afgelegen kampeerplek bij Red Bluff

Drukke campings zijn we even beu, maar de oplossing is in zicht: vandaag rijden we naar Red Bluff. Dit ligt op een schiereiland dat hemelsbreed niet zo ver van Coral Bay ligt, maar er gaat geen rechtstreekse weg naartoe. We moeten een heel stuk omrijden, grotendeels over een onverharde weg. En dat is de moeite waard. We bezoeken indrukwekkende ‘blowholes’ langs de ruige kust, we zien meteen weer walvissen springen en de camping bij Red Bluff heeft een paradijselijke locatie. Douches en andere voorzieningen zijn er niet, er is alleen een bush-wc, maar de locatie compenseert dat ruimschoots. We kunnen zelf een plek kiezen, zonder andere kampeerders in de buurt, met uitzicht op zee en kliffen. Aan het eind van de middag zwemmen er walvissen voorbij, achter de auto springen kangoeroes door en het strand is vrijwel verlaten. Dit is kamperen zoals we het ons voorgesteld hadden.

Zaterdag: dolfijnen bij zonsopkomst

We zijn al vroeg wakker. ’s Nachts heeft het geregend, maar het is nu weer helder en de zon komt bijna op. We zien een groep dolfijnen langszwemmen, de lucht kleurt roze en er is geen mens in zicht. Prachtig! We laten de daktent, de ‘keuken’ en stoelen een tijdje drogen in de zon en dan pakken we het kamp in. We hoeven vandaag alleen maar naar Carnarvon te rijden, een dorpje op anderhalf uur afstand. Dat blijkt een prima plaatsje met goede bakker, grote supermarkt en genoeg te doen om je een middag te vermaken. We rijden de Fruit Loop langs fruitgaarden, een cactustuin en een cafeetje met heerlijke mangosmoothies en Ward wil graag naar het Space & Technology Museum van Carnarvon. Ik ben geen fan van musea, maar dit gaat grotendeels over de maanlanding en is heel leuk opgezet.

Door naar Shark Bay

Inmiddels hebben we alle boodschappen voor de komende dagen gedaan en zijn we klaar voor de rit naar Shark Bay en Monkey Mia. Hier gaan we ook weer een rustige kampeerplek in een nationaal park opzoeken en er staat een offroad-avontuur gepland. Tot volgende week!